Brother breimachine: proeflapje breien
Als ik met een breiproject begin, dan brei ik ALTIJD een proeflapje. Dit is een stap die je niet mag overslaan. En bij machinebreien brei je altijd twee proeflapjes. Maar aangezien breien op de breimachine vlugger gaat, is dit eigenlijk geen grote moeite, je moet alleen wat geduld hebben en wachten met verder breien tot je proeflapje gewassen/geblokt is.
Eerste proeflapje
Een eerste proeflapje brei je om te weten te komen met welke steekgrootte je het best breit.
- zet ongeveer dertig steken op
- controleer de breispanning
- kies een kleine steekgrootte, bvb. 3
- brei 4 toeren in de steek naar wens (jersey, rib, slip, tuck, ...)
- maak nu een aantal gaatjes volgens de gekozen steekgrootte, dus bij steekgrootte 3 maak je 3 gaatjes; dit doe je door de 2e steek op de 3e naald te hangen, de 4e steek op de 5e naald, de 6e steek op de 7e naald
- brei 20 toeren
- zet de steekgrootte 1 nummer groter en maak het bijbehorende aantal gaatjes
- brei opnieuw 20 toeren
- ga zo verder tot je het aantal nummers hebt uitgeprobeerd waartussen de gewenste soepelheid van je breiwerk zal zitten
- kant af en was/blok je proeflapje
- aan de hand van dit proeflapje beslis je met welke steekgrootte je zal breien
- ben je nog niet echt tevreden over het resultaat, dan kan je een extra proeflapje breien met de tussenliggende nummers; als je bvb. met steekgrootte 3 en 2 punten breit, maak dan 3 gaatjes aan de rechter kant en 2 gaatjes aan de linker kant van je proeflapje; als je systematisch op dezelfde manier tewerk gaat, maakt dit het 'lezen' van je proeflapje in de toekomst gemakkelijker.
Een tweede proeflapje
Een tweede proeflapje brei je om je stekenverhouding (gauge) te weten te komen.
- zet 60 steken op, 30 steken links van de nul en 30 steken rechts van de nul
- zet op en brei 5 toeren in de gewenste steekgrootte
- maak een aantal gaatjes volgens de gekozen steekgrootte
- brei nog 5 toeren
- brei 2 toeren met contrastgaren
- zet de toerenteller op nul en brei verder met gewoon garen
- brei nu 10 toeren en maak dan links en rechts een gaatje door de 26e steek op de 27e naald te plaatsen; je hebt dan 50 steken tussen de twee gaatjes
- herhaal dit om de 10 toeren
- brei na 100 toeren 2 toeren in contrastgaren
- brei nog 10 toeren met gewoon garen en kant af
- was en/of blok je proeflapje
En nu gaan we rekenen:
- leg je proeflapje plat op tafel of hang het ergens op als je breide met een steek die gemakkelijk uitrekt; een prikbord kan hiervoor dienst doen
- meet horizontaal hoeveel cm je hebt tussen de gaatjes links en rechts (= x); 50 steken = x cm
- meet verticaal hoeveel cm je hebt tussen de beide contraststrepen (= y); 100 naalden/toeren = y cm
- deel 500 door x; dit is het aantal steken per 10 cm
- deel 1.000 door y, dit is het aantal naalden/toeren per 10 cm
- rond het resultaat af op 1 cijfer na de komma; dit cijfer na de komma kan later nuttig zijn als je over een grotere breedte of lengte wil gaan breien
- 2e cijfer na de komma 5 of groter: naar boven afronden
- 2e cijfer na de komma < 5: naar beneden afronden
- klinkt dit voor jou te moeilijk, rond dan niet af
Proeflapjesbibliotheek
Bewaar je proeflapjes en hang er een label aan met de volgende gegevens:
- soort wol (merk, samenstelling, ...)
- eventueel: waar gekocht, aankoopdatum en prijs
- gebruikte draadspanning
- gebruikte steekgrootte (kan je ook zien aan het aantal gaatjes)
- stekenverhouding: 10 cm = aantal steken en aantal naalden/toeren
Filmpje
Staat er hierboven te veel tekst en ben je eerder visueel ingesteld, bekijk dan het volgende filmpje. Het wijkt een klein beetje af van hoe ik het doe, maar ontwikkel gerust je eigen systeem. Als je daarna steeds op dezelfde manier proeflapjes maakt, vergemakkelijkt dit het lezen van je proeflapjes.
Met dank aan Helen Sharp van The Knitting School in Seattle voor het delen van haar kennis.
Reacties
Een reactie posten