Breitip: de ideale opzet voor een muts

Als je een muts wil breien, dan mag de opzet niet te strak zitten, of het voelt oncomfortabel aan. Hij mag echter ook niet te los zijn, want anders gaat de muts over je neus zakken, vooral na een fikse regenbui!

Daarom vandaag: de ideale opzet voor een muts. De tip komt van een breivriendin van The Friday Knitting Club 😀.

Ik geef een voorbeeld voor een minimutsje met een omtrek van 40 steken (veelvoud van 4). Je kan deze methode gebruiken om vlak te breien maar ook om rond te breien.

  • zet 20 steken (dus de helft van het totale aantal steken) op met restgaren en met een provisional cast on naar keuze. Ik gebruik de crochet provisional cast on maar kies gerust voor een methode waarbij jij je comfortabel voelt
  • brei daarna 6 toeren tricotsteek met je echte garen 
Donkergroen provisional cast on, lichtgroen 6 toeren tricotsteek

In volgend filmpje zie je de crochet provisional cast on:


  • zet de steken onderaan op een hulpnaald die iets kleiner is dan de naald waarmee je breit
  • verwijder het restgaren
 
Bovenaan naald nr 4 en onderaan naald nr 3
  • vouw het gebreide deel dubbel met de averechtse kanten op elkaar, de naalden vallen samen
  • brei in de steek van je patroon als volgt:
    • 1 steek van de achterste naald
    • 2 steken van de voorste naald
    • 2 steken van de achterste naald
    • enz.
    • eindig met 1 steek van de achterste naald
    • let op: de steken van de beide naalden NIET samen breien
  • je hebt nu de gewenste 40 steken op je naald
De helft van de steken is reeds gebreid

Alle steken zijn gebreid

  •  brei vanaf nu gewoon verder in de steek van je patroon

Resultaat na een aantal naalden in patroon (hier 2x2 rib)

Zicht op de onderkant van de opzet

Met dank aan mijn breivriendin van The Friday Knitting Club en aan Norman van NimbleNeedles voor het delen van hun kennis.

Reacties